"Jeugdtrainers krijgen soms veel over zich heen"
Anouck Gielisse is recent ingetrokken in haar eerste koophuis, samen met haar partner Christiaan Muts. Zij is al jaren voorzitter van het Sport Technisch Kader en daarom een bekend gezicht bij heel veel kinderen en hun ouders bij Phoenix. Vanwege haar bijzondere inzet bij Phoenix is zij recent benoemd tot Lid van Verdienste. Ik sprak haar op 16 februari 2024 in haar nieuwe huis.
Door Leon Jansen
Anouck, je bent Lid van Verdienste geworden. Deze eretitel wordt toegekend aan mensen die zeer veel voor de club hebben betekend. Eerder ben je ook al tot Steunpilaar benoemd. Kun je vertellen hoe je bij Phoenix bent gekomen?
Misschien wel het meest grappige verhaal is dat ik vroeger nooit wilde hockeyen en niks met Phoenix te maken wilde hebben. Mijn ouders vroegen wel eens aan me of ik hockeyen leuk zou vinden, maar ik heb destijds gekozen voor dansen en dwarsfluiten en daar ook veel plezier aan beleefd. Maar toen mijn jongere zusjes wel gingen hockeyen, begon het op een gegeven moment toch bij mij te kriebelen en zag ik met m’n eigen ogen hoe leuk de sport en de club Phoenix was.
Vanaf groep 8 ben ik toch zelf begonnen met hockey, in Meisjes Onder12. En vanaf toen is een beetje een uit de hand gelopen hobby geworden. Het zelf hockeyen gaf me heel veel plezier en vanaf 14 jaar ben ik ook begonnen met training geven. Dat is alweer 14 jaar geleden, dus ik doe nu al de helft van mijn leven vrijwilligerswerk op Phoenix, haha! En van het een rolde ik in het ander – van trainer naar technisch manager, en uiteindelijk naar het Sport Technisch Kader (STK). En dat doe ik nu nog steeds, waarvan de laatste jaren als voorzitter.
Mooi gezegd: een “uit de hand gelopen hobby”! Maar wat is het leukste geweest van al die jaren?
Ik vind het moeilijk om echt een moment te benoemen. Voor mij is het niet per se wat ik doe, maar de mensen met wie ik samenwerk. Ik haal heel veel energie uit de samenwerking met alle verschillende trainers en technisch managers, het geven van training aan heel veel verschillende leeftijdscategorieën, en samenwerking met diverse bestuursleden. Het zijn vooral de mensen die Phoenix maken.
Maar toch, kun je één memorabel moment noemen dat er voor jou uit springt?
(stilte) Nou misschien dan toch het drukken op de knop als de selecties weer bekend worden gemaakt. Dat is toch altijd weer zo'n moment dat je denkt: wat een werk zat hier weer achter. Typisch met bijna 30 mensen in verschillende rollen 4 maanden heel intensief mee bezig geweest. Dan is publiceren toch echt altijd weer een memorabel moment waarop je naar buiten komt.

Je bent begonnen als trainer. Hoe ben je uiteindelijk bij het STK terecht gekomen? Is dat een vorm van carrièreplanning?
Mijn eerste klus was trainer van een meisjes F3-team (huidig Onder 8). Dat is best spannend hoor, als je 14 bent! Maar ik vond het leuk, en ben me erin gaan verdiepen. Phoenix hielp me om verder te groeien en ik ben een aantal trainersopleidingen gaan volgen. Al heel snel ben ik verschillende teams in verschillende leeftijdscategorieën training gaan geven. Het langste heb ik de Meisjes D1 en C1 gedaan (MO12-1 en MO14-1, red), in totaal wel 6 jaar. Die leeftijd vond ik heel erg leuk – in de overgang van de lagere school naar de brugklas gebeurt er heel veel.
En toen heb jij mij gevraagd om technisch manager van de jongste jeugd te worden. Het verbeteren van de organisatie, het verbeteren van de opleiding zelf, maar ook het plezier verhogen bij de kinderen en een hecht trainersclubje maken – het sprak mij bijzonder aan en ik zag dat dit goed te combineren was naast mijn opleiding.
Carrièreplanning zou ik het niet willen noemen. Eigenlijk heb ik elk jaar weer gekeken wat het beste bij mij paste. Wat is een volgende stap die past bij de fase in mijn leven? Welke uitdaging vind ik leuk en eigenlijk? Mijn leven veranderde namelijk voortdurend: van middelbare scholier naar student en uiteindelijk een baan; verhuizen van Zeist naar Utrecht. En bij elke nieuwe levensfase bespraken we op welke manier Phoenix het beste bij mij paste. Maar altijd paste Phoenix goed bij mij!
Je speelt nu zelf sinds anderhalf jaar bij een vriendinnenteam bij Kampong. Wat vind jij zelf het grootste verschil tussen die twee clubs?
Het is ook voor mij even wennen om mijzelf een Kampong speler te noemen. Laatst speelden we toevallig tegen Phoenix, en toen de scheidsrechters de bal aan Phoenix gaven wilde ik er al mee vandoor, haha! Maar ik heb een bewuste keuze gemaakt om met vriendinnen op Kampong te gaan hockeyen, in plaats van bij Phoenix. Ik ben bij Kampong een beetje anoniem, terwijl ik bij Phoenix altijd wel “in functie” ben.
De verschillen tussen Phoenix en Kampong vind ik daarom wat lastig te benoemen. Op Phoenix ken ik vrijwel iedereen, alles is toegankelijker en ik kan in ieder geval heel makkelijk iets gerealiseerd krijgen. Kampong is een stuk groter en daarmee voor mij ook wat meer op afstand.
Recent stond op hockey.nl een artikel van Alex Verga. Hij vergelijkt het beroep van jeugdtrainer van vroeger met nu. Zijn stelling is dat het vele malen moeilijker is geworden. In hoeverre herken je wat hij schrijft en wat vind je wat Phoenix eraan zou moeten doen?
Ik heb het artikel zelf ook met veel interesse én herkenning gelezen. Vroeger als jeugdtrainer vond ik de complimentjes en waardering het leukste. Van ouders, ouderbegeleiders en vrijwilligers op de club, en natuurlijk de band die je opbouwde met de kinderen zelf. Ik merk nu dat de verwachtingen naar de jeugdtrainers en technisch managers vanaf het begin al best hoog zijn. Maar ik merk ook dat de communicatie toch wat anders verloopt dan vroeger.
Vroeger verstuurde de ouderbegeleiders een wekelijks mailtje, waarin hij of zij uitlegde wanneer we gaan verzamelen en wie de rij-ouders zijn. En heel soms was er een kort verhaaltje over de wedstrijd van de week ervoor. Tegenwoordig is er een teams-Whatsapp-groep waarin iedereen niet alleen de evaluatie meteen deelt, maar ook ideeën oppert en vragen stelt aan de begeleiding. En daar zit eigenlijk wel de verwachting bij dat daar wat mee gebeurt, en dat er op gereageerd wordt zoals je ook op je werk gewend bent. Tja, en als dat even niet zo gaat, dan is de beleving natuurlijk intenser. En soms ook meteen groot, wat weer klein gemaakt moet worden.
Ik sprak vroeger als jeugdtrainer vaak ouders na de thuiswedstrijd en in de auto na afloop van een uitwedstrijd – dan kun je mensen vaak even een-op-een spreken. Met Whatsapp is het echt anders, en jeugdtrainers hebben daar nu volop mee te maken. De verwachting is niet alleen dat ze goed reageren op die berichten, maar ook pro-actief communiceren, zowel naar de kinderen als naar de ouders. En dat is best een grote opgave, om iedereen van alles goed op te hoogte te houden. Natuurlijk is dat zeer gewenst, maar we zijn allemaal mensen en de verwachtingen zijn echt anders dan vroeger.
Ik vind ook dat onze jeugdtrainers soms veel over zich heen krijgen. Sterker nog, ik denk dat we de jeugdtrainers soms iets meer in bescherming mogen nemen. Soms reageren ouders namelijk vanuit een bepaalde emotie, en dan denk ik “is het nu nodig om dat zó te zeggen? Waarom niet een nachtje erover slapen? Kun je het ook anders brengen?”. We zijn ook een vrijwilligersclub, en de verwachting die mensen in het zakelijk leven hebben is daarmee wellicht niet helemaal geplaatst. Ik denk er ook voortdurend over na hoe we de communicatie gemakkelijker én leuker kunnen maken voor zowel trainers als ouders zodat het minder intensief en positiever is. Minder gehaast. Want uiteindelijk vormen we samen één club.
Wat zou Phoenix in jouw beeld moeten veranderen? Welk advies zou je aan het bestuur of aan de leden willen geven?
Ik heb 3 dingen die ik graag zie gebeuren. Allereerst zou ik het heel gaaf vinden als we pro actiever worden in het werven van nieuwe leden, en het toegankelijker maken van de hockeysport voor iedereen. Phoenix heeft nieuwe leden hard nodig en de tijd van volle wachtlijsten ligt inmiddels achter ons. Dus we kunnen leden gebruiken die ons helpen bij het werven: die Phoenix zichtbaar maken in de wijken, langs de scholen gaan en de hockeysport bekender en toegankelijker maken. Sjors-Sportief (sportprogramma met alle lagere scholen in Zeist, red) is al een grote hulp hierin, maar ik zou graag zoveel mogelijk kinderen in Zeist laten kennismaken met hockey. Wat mij betreft hoeven ze niet eens lid te worden van Phoenix, maar de hockeysport mag een beetje toegankelijker, bekender en laagdrempeliger worden. Op de lange termijn zal dat goed zijn voor de deelname van mensen aan teamsporten, en daarmee voor de gezondheid van Nederland.
Daarnaast hoop ik dat de verbouwing snel helemaal klaar is. Het kost stiekem toch best tijd om alles in goede banen te leiden, en daarnaast willen we zo snel als mogelijk genieten van de nieuwe kleedkamers. We hebben dan écht een fraai complex!
En als laatste: ik hoop dat we snel samen met de Breul een nieuwe thuiszaal voor zaalhockey mogen realiseren. Dat gaat ons echt enorm veel helpen in de populariteit voor zaalhockey, de technische ontwikkeling van spelers en natuurlijk in het versimpelen van onze logistieke puzzel in de winter. Het blijft namelijk een superleuk en leerzaam spelletje, en een goede afwisseling in de winter. Samen met de Breul hebben we een partner die ook duurzaam aan ons verbonden wil zijn.
Laatste vraag, hoe kijk jij naar Phoenix over 5 tot 10 jaar?
Ik hoop in ieder geval dat ik op de een of andere manier nog wel betrokken ben! (lachen) Tja, allereerst denk ik dat over 5 jaar er een heel mooie nieuwe woonwijk naast ons complex ligt, dus hopelijk is er met die nieuwe wijk een uitstekende band opgebouwd.
Ik denk dat de hockeysport verder gaat veranderen. Zeker na corona zijn de individuele sporten meer en meer de overhand aan het krijgen ten opzichte van de traditionele teamsporten. Als hockey zullen we daarin mee moeten gaan. Hoe kunnen we verschillende pakketten aanbieden zodat hockey aantrekkelijk blijft? Kunnen we de vorm aanpassen, kan de belasting naar beneden, kunnen we de kracht van teamsport combineren met de flexibiliteit van de individuele sport? Dus in het verlengde van wat ik zojuist vertelde: we moeten ons meer openstellen en meer van buiten naar binnen durven te kijken.
Als Phoenix de kracht heeft om te blijven veranderen, dan zal de unieke sfeer blijven. Misschien met padelbanen, wie zal het zeggen?
Anouck, bedankt voor dit interview. En natuurlijk willen wij je héél erg bedanken voor alles wat je hebt gedaan in die afgelopen 14 jaar – die titel “Lid van Verdienste” is meer dan verdiend!